I have always tried to bring a clear theme to my work. Admiration of the poetic connections in nature and engagement with the manner in which cultural coherence has given shape throughout the generations form the thread in my work.
After a trip to Japan my interest in western symbols and visual culture was enriched by eastern interpretations of dynamics, geometry, physicality and motion.
Frequent visits to Poland and a visit to Ladakh have widened the scale of usable experiences.
In a number of my paintings different representative levels (symbols, allegory, photorealism, real photos, illustrations and geometrical forms) work together to form a compelling image.
Examples of thematic series from earlier years include the works resulting from the stay in Japan 'the planets' and 'the five phases'.
The meaning of these series may not be immediately evident but ambiguous and the viewer is invited to play rationality, poetic feelings and associative relationships against each other.
The painting process and the paint surface play important roles in my work: the oil paint is applied layer by layer to fine linen that has been prepared by hand. The clarity and intensity of the colours are exploited to great extent and may not be clouded by inappropriate mixtures. The visible factors contribute to the dynamic character of the painted surface, where flatness, texture and depth alternate and complement each other.
The individual works are placed in a variety of series, configurations that can enter in to new connections and contexts. They are the result (a distillation) of a continually developing preliminary work in the form of studies, drawings, photos films and collages.
In exhibitions the spatial disposition of the work is also a relevant factor.
The different elements are placed in meaningful geometric arrangements; squares, cruciforms also asymetrical schemes. The use of symbols in my recent work has decreased in favour of a more direct observation of nature as can be seen in the series 'flowers' 'water' (2002-2004) and 'thorns' (2005.) The natural cohesion in these works is more explicit and the serial aspect is increased.
"Vanaf het begin heb ik getracht een duidelijke lijn in mijn oeuvre te brengen. Verwondering over de poëtische samenhang in de natuur en engagement met de wijze waarop de cultuur aan die samenhang door de eeuwen heen gestalte heeft gegeven vormen de rode draad in mijn werk. Belangstelling voor westerse symbolen en visuele cultuur heb ik na een studiereis in Japan verrijkt met oosterse opvattingen over dynamiek, geometrie, lichamelijkheid en beweging. Veelvuldige reizen naar Polen en een reis naar Ladakh breidden later het skala aan bruikbare ervaringen verder uit.
In een deel van mijn schilderijen werken verschillende representatieniveaus (symbool, allegorie, fotorealisme en echte foto's, illustraties, geometrische vormen) samen om tot een suggestief beeld te komen. Voorbeelden van thematische reeksen uit vroeger jaren zijn de werken naar aanleiding van het verblijf in Japan, 'de planeten' en 'de vijf fasen'. De betekenis van deze reeksen ligt niet zonder meer vast maar is meerduidig en de toeschouwer wordt uitgenodigd rationaliteit, poëtisch gevoel en associatievermogen tegen elkaar uit te spelen.
Het schilderproces en de verfhuid spelen in mijn werk een belangrijke rol: de olieverf is opgebracht op met de hand geprepareerd fijn linnen, laag op laag. De helderheid en de intensiteit van de kleuren worden zoveel mogelijk uitgebuit en mogen niet vertroebeld worden door verkeerde mengingen. De zichtbare factuur draagt bij aan het dynamische karakter van het schilderoppervlak, waar vlakheid, textuur en ruimtesuggestie elkaar afwisselen en aanvullen.
De afzonderlijke werken vinden een plaats in wisselende reeksen, configuraties, die alnaargelang hun context nieuwe verbanden met elkaar kunnen aangaan. Ze zijn een condensaat van een zich steeds ontwikkelend voorwerk in de vorm van studies, tekeningen, foto’s, films en collages. De ruimtelijke dispositie van het werk in exposities vormt een niet onbelangrijk onderdeel van hun werking. De verschillende onderdelen worden in betekenisvolle, geometrische schema's geplaatst, zoals vierkanten, kruisvormen, symmetrie en polariteit.
Het (her)gebruik van symbolen is in mijn recente werk afgenomen ten gunste van een meer directe natuurobservatie, zoals te zien is in de series “bloemen” “water” (2002-2004), en 'doornen' (2005). De natuurlijke samenhang en verbanden zijn in deze werken als het ware vanzelfsprekender en implicieter geworden, het seriële aspect wordt groter.
|